De Rechtbank Rotterdam oordeelde op 1 december jl. (https://lnkd.in/gGJbCty) dat de werkgever diens zorgplicht (7:658 BW) heeft geschonden door de werknemer bij wie COPD is ontstaan op het werk bloot te stellen aan sigarettenrook. De werknemer was werkzaam in de zorg en kwam bij zorgvragers op de kamer waar (stiekem) werd gerookt. Hier kwam bovenop dat de door de werkgever ter beschikking gestelde rookruimte té klein was en oogluikend werd toegestaan om naast de rookruimte en daarmee in de centrale hal, te roken. De werknemer is hierdoor jarenlang geconfronteerd met ‘meeroken’.
De rechtbank oordeelt dat werkgever de zorgplicht (7:658 BW) heeft geschonden. De volgende horde die de werknemer moet nemen, is het aantonen van het verband tussen COPD en de geschonden zorgplicht. De rechtbank wil hiervoor een deskundige aanwijzen waarna de zaak wordt vervolgd.
Het aantonen van het causaal verband, zal geen eenvoudige opgave zijn. Hetgeen in deze kwestie geen rol speelde, is dat de overheid ook boetes kan opleggen indien een werkgever onvoldoende zorgt voor een veilige werkomgeving.
Voor vragen hierover, of anderszins (denk ook aan Corona en de zorgplicht voor een veilige werkomgeving) bel één van onze advocaten (0546 575 988).
